Home
Sjasju

Die Blechtrommel

Die Blechtrommel, daar zijn de meesten het wel over eens, was een groots en meeslepend epos. Geweldig het idee van een driejarige jongen die niet meer wil groeien omdat hij ziet wat een troep de volwassenen ervan maken. Briljant is de schildering van het kleinburgerlijke milieu in Grass' geboortestad Danzig, voor, na en tijdens de heerschappij van de nazi's. Fantastisch het perspectief van onderaf, letterlijk, daar Oskar Matzerath een dwerg blijft die verwoed tegen de oorlog trommelt en toch geen haar beter is dan de rest: met Oskarchen, infantiel maar ook vroegrijp en cynisch, schiep Grass een dubieus personage dat nog steeds weerstanden mobiliseert. Zo nam de politie van Oklahoma City een jaar geleden alle circulerende video's van de Blechtrommel-verfilming in beslag omdat het om kinderporno zou gaan: de bruislimonadepoederscène aan het strand werd uitgelegd als orale seks van en met minderjarigen en film en boek kregen het etiket 'obsceen'.

Dat Die Blechtrommel niet alleen bij zijn verschijnen in 1959 maar ook nu zo hier en daar weet te choqueren, dat wijst op een onorthodoxe stijl en inhoud, dat wijst op originaliteit. Na 1959 schreef Grass nog twee romans waarin zijn sappige en fantasierijke, ja vaak groteske vertelkunst volledig overtuigde: Katz und Maus (1961) en Das Treffen in Telgte (1979).

bovenstaande commentaar op het boek,  op internet.  het belangrijkste staat erin : de schildering van het kleinburgerlijk milieu, en het dubieuze peronage.  Door de ogen en het perspectief van Oskarchen krijg je een zicht op het leven van kleinburgerlijke mensen, die zonder daar vragen bij te stellen in de ban raken van de Nazi-ideologie, ze raken geuniformeerd zonder dat ze er erg in hebben, ze beseffen nauwelijks wat er hen overkomt, ze zien er niet de minste graten in, ze staan er niet bij stil, in zekere zin ontgaat het hen...  Maar Oskar, die wil -eenmaal hij drie is geworden en een trommel cadeau krijgt, van zijn moeder- niet verder opgroeien om even groot te worden als zijn vader.  Toch is hij eigenlijk "geen haar beter" : Oskar is niet de onschuld zelve, hij is moreel niet de meerdere van zijn omgeving.  Hij is in zekere zin net als zij : maar hij komt wel aan de zijlijn te staan, als toeschouwer.  Hij is een van hen -ik zou zeggen : een van ons, en niemand is moreel superieur- maar doordat hij niet mee doet, behoud hij een soort vrijheid ten aanzien van wat gebeurt om hem heen.  En vanaf de zijlijn krijst hij ook glas stuk, telkens wanneer hij naar zijn gevoel geconfronteerd wordt met de onhebbelijkheid van anderen...  Zijn moeder zit ook ergens in de zijlijn : ook omdat ze een affaire heeft met een Pool, Bronski  (wiens naam erg doet denken aan Vronski, de minnaar van Anna Karenina in de roman van Tolstoi).

Wanneer Oskarchen voor het eerst praat met die dwerg, zegt die laatste dat Oskar eigenlijk het toneel op zou moeten, met zijn kunst; het is belangrijk, zegt hij, om het toneel in te nemen, want als wij "dwergen en narren" dat niet doen, zullen anderen dat doen - de Nazi's.  Later zie je die dwerg in het kinderuniform van kapitein, hij treedt nu op voor Nazi's in Parijs -en dan vervoegt Oskar het gezelschap.  Dat lijkt Oskar gewoon mee te draaien, in het circus van de fascisten.  Maar er blijft iets subversiefs in hun act, vind ik.  Denk aan het glas champagne voor een jarige officier tijdens een show : nadat Somnambule (Sjule Somnambule, het rijmt) zogezegd zijn verjaardatum geraden heeft, krijgt hij een glas champagne aangeboden, maar hij zal er niet van drinken want Oskar krijst het glas stuk...

Op het einde van de film is de oorlog voorbij, en het Nazi regime ontbonden.  Dan besluit Oskar toch verder te groeien.  Ook dat is dubieus : wie zal hij worden in een gedenazificeerde, maar toch niet minder kleinburgerlijke wereld ?