Home
Schrijven

De meeste mensen hechten groot belang aan het uiterlijke.

De meeste mensen hechten groot belang aan het uiterlijke. Daar is niks mis mee, althans niet op zich, maar wel als de interesse in het fysieke wordt gedragen als een bril, en als een scanner de verschijningen -en in het bijzonder dan, gezien de heteroseksuele oriëntatie, de vrouwelijke verschijningen- checkt...  en onderwijl de calculus van het lustgewin laat rekenen... Je kunt van een 'kunstschilder' niet aannemen dat hij, of zij, niet in alle ernst (maar tegelijk ook met enige ironie) in het uiterlijke en de verschijningswijze geinteresseerd is, toegegeven; maar als het op intermenselijke verhoudingen aankomt hou ik erg aan een soort van opschorting van het uiterlijke: want in dat soort van verkeer wil ik het innerlijke, het intellectuele, het spirituele laten primeren.

Bovendien vind ik dat de aandacht voor het innerlijke een andere verhouding in de tijd toelaat, die afstand neemt van het nu en is ingesteld op een niet te anticiperen toekomst; de aandacht voor het uiterlijke is veel meer gebonden aan, en geinteresseerd in het heden, het nu, dat geconsumeerd wil worden in zijn onmiddellijkheid.   Nogmaals, daar is niets mis mee, althans niet op zich; de interesse in de fysische verschijning, zoals die aan het werk is in de plastische kunsten, is in die zin paradoxaal, omdat de betrokkenheid op het uiterlijke het nu loslaat : om dat met een variant op een uitdrukking van Martinus Nijhoff te zeggen, kijk maar, er staat niet wat er staat geschilderd : het doek is één en al heden, maar dat heden is doortrokken van een dimensie van toekomstigheid, die zich weigert uit te leveren aan het nu van het kijken en waarderen...

In de eenzaamheid denk ik aan de dingen.  In de wereld word ik gedwongen betrokken te zijn op de mensen, met hun al te menselijke preoccupaties, hun "worpen en ontwerpen" (Nietzsche).  En als je alles in het leven doorziet, of althans een beetje, dan verlang je naar afscheiding, naar afstand, naar afstandelijkheid...  wat Nietzsche trouwens vrouwelijkheid noemt (De Vrolijke Wetenschap), een afstandelijkheid waardoor ook de tijd zich spreidt, en het nu betrokken wordt op een andere tijd...

Om me heen zie ik mensen die niet zo graag alleen zijn, maar steeds weer min of meer op zoek zijn naar een vaste relatie.  En dat is iets waar ik me best voor hoed, zeker als het erop lijkt dat de relatie zelf nog belangrijker wordt dan de partner : de partner is er dan omwille van de relatie, van de verhouding, wat de omgekeerde wereld is toch? All's well, als we maar in een relatie staan...Lichamelijk wil ik niet de diepte in.  Ik wil brein-maatjes zijn zoals ik dat o.a al jaren met de filosoof ben.  Dat soort vriendschap gaat de (fysieke) liefde voorbij, daaraan hoef je nooit een punt te draaien. We verwachten en eisen niets van elkaar.  Met veel mensen verschil ik daar van mening ,en dat is wat me ook tegenhoudt ze te zien of  te ontmoeten in real life, zoals men zegt.