Home
Schrijven

Het toneel van de nagedachtenis....

Met verbazing heb ik de verraderlijke handelingen van de laatste uren
bij enkele begrafenissen in de familie, en de uitvaart van mijn lover, kunnen sorteren.
Dan begrijp ik het mens-zijn weer beter.

Vandaag 6 april wordt een aangetrouwd familie- lid begraven. Op de rouwkaart: De tijd wacht op niemand maar voor ons stopt de tijd van samen zijn en wacht de schaduw van verdriet. Maar deze keer ben ik niet van de partij. Want voor de rouwende heb ik blijkbaar alle krediet verloren door mijn gebrek aan ontvankelijkheid, een begrafenis heeft ''eerlijke'' ''gelovige'' ''ontvankelijke'' ''huilende'' mensen nodig. Die met tranen zaaien,zullen met gejuich maaien Psalm 126
Er zijn drie soorten tranen: van verdriet,van ongeduld,en van bedrog.

Speel ik toneel,( stop ik de kop in het zand,) dan wordt ik door iedereen in mijn familie begrepen.
Maar o wee als ik uit het zand kijk,dan loopt het meteen mis. En noemen ze mij zowaar emotie- loos.
Het toneel van de nagedachtenis, de retoriek van de tranen, de obligate vriendelijkheid, en het "oprechte medeleven'' brengt tenslotte altijd wel een profijtje op. Vinden mensen mij hard? Als ik het allemaal wat dieper uitpluis, ja dan vind ik het hard.

Zodra het lijk onder de grond ligt is er geen tijd meer om te rouwen. En worden de rangen gesloten. Dan moet ik steeds weer ontdekken dat al dat verdrietige gedoe bij de meeste mensen louter angst is, angst voor spoken op het ethische niveau. Maar ze moeten wel huilen, hard of stil, anders beledigen ze het spook - spoken zijn nooit helemaal te vertrouwen en een tikkeltje wraakzuchtig. Alles wat om de dood rouwt geldt de dood, maar dan is er nog de vraag of de rouw wel echt de dode betreft ?
Of dat de mensen verdrietig zijn over iets anders en het sterfgeval slechts als voorwendsel gebruikt om hun eigen verdriet te rationaliseren, en te motiveren voor de nette burgerdame van de moraal. Dat de mens alleen om zijn doden zou rouwen is dus voor mij niet waar. En als hij in het diepst van zijn innerlijk rouwt, toont hij het niet. (Maar zelfs dat kan gespeeld zijn, en wie kan in het geheim kijken, naar Matheus schrijft in zijn evangelie ? )Zo rouwen de meeste mensen een vol jaar.

Men rouwt tendele voor de andere mensen, maar vooral om naar farizees gebruik zichzelf goed te praten en te bedriegen. Wereldse gezichten zien er nooit zo werelds uit als bij een begrafenis en ook de praal van deze begrafenis geldt meer de ijdelheid van de nabestaanden dan de laatste eer. Afgemeten beleefdheid bij een begrafenis is een verfijnd soort grofheid. Die minuut stilte mag voor mij dan ook mee het graf in.

Ze verschijnen in een zo onberispelijk mogelijk pak, bij de begrafenis, en nemen zo het air aan van rechtschapen mensen, beroepen zich op het geloof.Met uitgedroogde, poreuze tong van het luisteren naar, de laatste kruiperige kwinkslagen van de dominee zitten de nabestaanden en al hun kennissen even later weer aan de, kaviaar, smullend. De meeste begrafenissen met hun koffie tafel zijn dan ook een heimelijke kick! Smulstaaf, in close-up...! Met trots wordt de condoleance brieven geteld ''directeuren'' bovenop . Zoals ook met trots de rouwadvertentie in de krant werd geplaatst, zo groot mogelijk zodat de andere advertenties erbij verbleken. Heimelijke voldoening.

En wat zullen de maskers van verdriet op veel begrafenissen gejeukt hebben bij de gedachte aan zoveel geld. De Geldradar werkt jaren later nog steeds in restanten , en brengt de kinderen en de weduwe/weduwnaar en de kleinkinderen nog steeds pure mazzel stom geluk. Eerlijkheid woont zelden waar men de bedrijven gebouwd heeft en de zakenmensen met eerlijkheid ingezegend heeft. Geld en een hoop komedie is dan ook de enige echte verbinding die er met veel overledene nog is.  De ernst waarmee iedere stervende behandeld wordt, is het meest verfijnde genot van hun hele leven en een soort schadevergoeding en afbetaling voor de behandeling die ze bij hun leven kregen.

Ook in z,n treurigheid moet een mens eenvoudig worden,anders is het niets dan hysterie.  maar zelfs op de grafstenen spreidden veel mensen nog hun zogenaamde belangrijkheid ten toon. Zelfs als overledene pronken ze nog met hun zogenaamde aanzien. Als ik op het kerkhof al die graven versperd met zware stenen zie, denk ik wel eens het is een teken dat ze de dode niet meer terug willen. De zware steen zegt tegen de dode;'Blijf waar je bent!' Zo is zelfs het kerkhof een in steen veranderde ijdelheid. Gewoon bedekt met aarde zou dan ook heel wat menselijker lijken.

De onwaarde van het leven en de bedrieglijkheid van alle doeleinden dringt zich vaak sterk aan een doodzieke op. En proberen ze te repareren, zelfs daar waar niets te repareren valt.  Het een moet het ander ondersteunen, en bestrijden, anders is rustig en opgeschoond sterven niet mogelijk. Maar als al die mensen niet stervende waren geweest en geen kanker hadden gehad zouden ze er niet over hebben gepiekerd om op deze manier voor de dag te komen. Gelukkige Job, jij die niet gedwongen was je jammerklachten van commentaar te voorzien!

Veel nabestaanden spinnen mooie wensgedachten boven het graf, en zijn veel nabestaanden tot een veel dieper houden van bij hun dood in staat, juist omdat ze weten dat het donker en stil rondom de overledene blijft, en dat hij/zij nooit meer antwoorden zal, dat hij/zij voor eeuwig stom is geworden. Sommige mensen hebben vanaf het moment dat de kanker bij hun man/vrouw om de hoek kwam kijken altijd al van de dode in de levende gehouden... Dat soort mensen omhelzen zichzelf dan ook als rouwende, op veel te blije wijze, om zichzelf  (ook daar) welhaast te verheiligen.   De grote fout bij veel mensen is dan ook uiterlijk vertoon: dan ontneem je jezelf datgene wat werkelijk belangrijk is: zoveel mogelijk eerlijkheid.  Maar het zijn de eerlozen die met veel eer behandeld worden.