Home
Nietzsche

Wat is nu toch de naaste!-

Wat begrijpen wij nu van onze naaste dan zijn grenzen,ik bedoel datgene waarmee hij zich aan en op ons als het ware inprent en indrukt?Wij begrijpen niets van hem dan de veranderingen aan ons zelf,welker oorzaak hij is,-ons weten omtrent hem gelijkt op een holle gevormde ruimte.Wij kennen hem de gevoelens toe, die zijn handelingen in ons oproepen,en geven hem zo een valse,omgekeerde positiviteit.Wij vormen hem naar onze kennis van ons zelf,tot een sateliett van ons eigen stelsel; en wanneer hij voor ons straalt dan wel zich verduistert,en wij van beide de uiteindelijke zaak zijn,-dan geloven we toch het tegendeel!Wereld der fantomen,waarin wij leven! Verkeerde,binnenstebuitengekeerde,lege,en toch als vol en rechtlijnig gedroomde wereld!
Nietzsche

Alle ellende vloeit voort uit het onvermogen om alleen te zijn, zo noteerde La Bruyere.  Schopenhauer: Als je niet bestand bent tegen je eigen alleen-zijn gebruik je de ander uitsluitend als schild tegen de eenzaamheid.  In de eenzaamheid waar iedereen op zich zelf is aangewezen,daar wordt duidelijk wat iemand aan zichzelf heeft. Schopenhauer. In de regel zal men ontdekken dat iemand behoefte heeft aan gezelligheid in dezelfde mate waarin hij banaal en arm van geest is. Want er is in de wereld niet veel anders te kiezen dan tussen eenzaamheid en banaliteit. Een belangrijk punt van studie voor de jeugd zou moeten zijn, om de eenzaamheid te leren verdragen, omdat zij een bron van geluk en van gemoedsrust is. Wie het maatschappelijk verkeer tegen de eenzaamheid ruilt doet goede zaken. Schopenhauer. En zo is dat! In de eenzaamheid denk ik aan de dingen. In de wereld word ik gedwongen te denken aan de mensen. En als je alles in het leven doorziet,verlang je naar het afgesneden zijn.

Lawaai is de brutaalste onderbreking omdat het zelfs onze gedachten kapotmaakt.Waar niets te storen valt,daar zal men er wel geen last hebben. Uit het ontbreken van innerlijke activiteiten is ook rusteloosheid en de doelloze reislust van nietsnutten te verklaren. Wat hen opjaagt door alle landen is dezelfde verveling die hen thuis in zo grote massa.s bij elkaar brengt dat het vermakelijk is om te zien. Een prachtige bevestiging van deze waarheid werd mij eens gegeven door een mij onbekende,vijftigjarige man,die mij vertelde over zijn plezierreis van twee jaar door de verste landen en de vreemdste delen van de wereld. Toen ik namelijk opmerkte dat hij daarbij toch veel moeilijkheden,ontberingen en gevarenhad moeten doorstaan,gaf hij mij dadelijk en onomwonden het buitengewoon naïeve antwoord;'Ik heb mij geen ogenblik verveeld.'