Home
Nietzsche

Schopenhauer en Nietzsche schreven het mooiste proza van alle filosofen.

Ach, wat zijt gij nu eigenlijk,mijn gedachten,nu ik u neergeschreven en geschilderd heb! Onlangs nog waart gij zo bont,zo jong en boosaardig,vol stekels en geheime kruiderijen,zodat ik moest niezen en lachen-en nu? Reeds hebt gij uw nieuwheid afgelegd en enkele onder u zijn naar ik vrees al  rijp om in waarheden te veranderen: zo onsterfelijk zien zij er al uit,zo hartverscheurend rechtschapen,zo vervelend! En is het ooit anders geweest? Wat schrijven en schilderen wij dan,wij manderijnen met Chinees penseel,wij vereeuwigers van dingen die geschreven kunnen worden,wat kunnen wij dan naschilderen?

Ach altijd alleen maar wat verwelken wil en zijn geur begint te verliezen! Ach,altijd alleen maar wegtrekkende,uitgeputte onweders en vergeelde,oude gevoelens! Ach,altijd alleen maar vogels die zich moe vlogen en verdwaalden en zich nu met de hand laten vangen-met onze hand! Wij vereeuwigen wat niet lang meer te leven en te vliegen heeft,alleen maar moede en murwe dingen! En alleen uw namiddag is het,mijn neergeschreven en geschilderde gedachten,waarvoor ik kleuren heb,veel kleuren misschien,veel bonte tederheden en vijftig tinten geel en bruin en groen en rood:-maar niemand kan daarin herkennen hoe gij er in uw morgen hebt uitgezien,gij plotselinge vonken en wonderen van mijn eenzaamheid,gij oude,geliefde--slechte gedachten!

Een mooie groene,bloeiende oase keek om zich heen en zag niets dan de woestijn;vergeefs probeerde zij een oase te ontwaren zoals zij. Toen begon zij luid te klagen. Ik ongelukkige,eenzame oase!Ik moet alleen blijven! Nergens zo een als ik,nergens een oog dat mij kan zien en kan genieten van mijn weiden en bronnen,mijn palmen en mijn struiken! Niets dan die treurige,zondige,dode steenwoestijn om mij heen. Wat heb ik aan al mijn gaven,mijn schoonheid en mijn rijkdom in deze verlatenheid? Toen sprak de oude,grijze moeder Woestij; Mijn kind,als het anders was,als ik niet deze treurige,dorre woestijn was maar vol groen en leven zou zijn,dan zou jij geen oase zijn,geen begenadigde plek,die de reizigers in verre landen roemen. Dan zou je alleen een stukje van mij zijn,in mij opgaan en onopgemerkt blijven. Draag dus geduldig wat je zo bijzonder en beroemd maakt!