Home
Nietzsche

We hebben haar ingepast en in gekaderd...

(...) De bloem die we voor ons zien wordt als 'bloem' gecatalogiseerd zodra we haar met dat woord tooien. Vanaf dat moment maakt ze deel uit van een klasse,die altijd met haar mee wordt gedacht. De bloem is niet meer alleen geen individuele bloem meer maar is een species geworden in een flora. Prompt torst ze de hele vegetale schepping met zich mee.De bloem zelf,in haar individualiteit,zijn we daarmee vergeten of liever-aldus Nietzsche we hebben haar overweldigd we hebben haar ingepast en in gekaderd,zodat we met haar uit de voeten kunnen en weten waar we aan toe zijn.we weten dat zij water moet hebben en vergankelijk is,en bestemd kan zijn voor een boeket,een rouwkrans of een blijk van liefde ze is bepaald,maar we zijn haar zelf kwijt.

 Ze is verdwenen in een gecompliceerd netwerk van schema,s waarin geen groei en bloei meer zijn,maar alleen nog kennis,bezit en berekening. In dit netwerk gaat niet alleen de individualiteit van de bloem verloren,maar ook haar veranderlijkheid. Want al weten we dat een nog frisse bloem over een week verlept zal zijn,we hebben geen werkelijk model om de verandering in het begrip van haar te denken. Sterker nog,soms moeten we die veranderlijkheid nadrukkelijk uitsluiten. Wie met een bos rozen eeuwig liefde en trouw tot uitdrukking wil brengen zal in die symbolische handeling stilzwijgend maar zeer insistent voorbij moeten zien aan de vegetale vergankelijkheid die zijn geschenk op niet al te lange termijn tot het vuilsnisvat voorbestemt.

De bloem antwoordde: Dwaas! Denk je dat ik bloei om gezien te worden? Ik bloei voor mij zelf en niet voor een ander;ik bloei omdat ik daar zin in heb.

Dat ik bloei en besta,dat is mijn lust en mijn plezier. Nietzsche