Home
Kunst

Neem nu de vraag waarom mensen kunst maken.

Ten eerste, maakt de mens kunst ? Is kunst van de orde van het "maken" ? zoals men, bijv. als scholier "huiswerk maakt", of als wever een "tapijt maakt", of als bouwvakker "beton maakt". Je kunt bovendien ook zeggen dat de kunst de mens maakt. De kunst maakt de mens tot wie hij of zij is : de kunst maakt de mens (de literatuur heeft een soort invloed op de mens, het beinvloedt je, het doet je wat anders in het leven staan enzovoort.)De mens is niet zonder meer de maker van kunst. Kunst neemt de mens ook altijd bij verrassing : zowel de impuls om bijv. te schilderen, als het "resultaat" neemt de mens steeds enigszins bij
verrassing.

Daarom kan mijn drieluik bijv. "Dood-passie-onschuld! " te denken geven ! Wanneer ik beschrijf, op papier, hoe ik ertoe kwam te schilderen, ja, dan zoek ik het schilderen een plaats te geven in mijn levensgeschiedenis. Dit betekent niet dat ik meen te weten, waarom ik schilder. Je geeft iets een plaats, en tegelijk kun je erkennen dat je eigenlijk niet weet hoe de schilderkunst je gevonden heeft -Ik geloof niet dat mensen enkel schilderen vanuit frustratie : een artistieke impuls heeft zijn oorzaak of oorsprong in een beschadiging en verkreukeling van een verondersteld kinderlijke gaafheid enzovoort. Wie er zo'n mening op nahoudt, kan volgens mij niet meer gevoelig zijn voor wat het schilderen zijn kwetsbare en fragiele betekenis verleent...
De twee schilderijen samen - "Dood" en "Angélique" De"engel" die mij een hand reikt vanuit het witte licht (droom) noem ik "Angélique" De twee schilderijen samen - "Dood" en "Angélique" (dat is Frans voor engelachtig)- breng ik samen onder de titel : Filigranes. Een filigrane is een diepdruk, een watermerk dat door een tekst heen schijnt. "Dood" maakt al deel uit van de trilogie dood-onschuld-passie, maar dat is niet erg :ik laat het schilderij in twee reeksen functioneren (dood-onschuld-passie : daar wil ik iets over schrijven; maar ik wil ook verder schrijven aan het verschilderen dat ik op een bijna "schizoide" wijze weet te beoefenen, juist door het schilderen niet echt zelf te initieren, maar op je te laten afkomen zoals het komt : niet ik beslis te schilderen, het is het schilderen dat mij soms, plots opeist en dan leen ik mij daartoe, ga ik in op het appèl enzovoort.

Alles draait om Het gebod "te zien", zoals het heftige kleurspel dat speelt in mijn abstractere werkjes die ik maak. al die kleurverschillen ! en hoe ik, als ik ernaar kijk, soms bijna mijn ogen verwondt. het spel is zo intens, dat het bijna pijn doet om er naar te kijken, en te blijven kijken. wat sommige van mijn werkjes te zien geven, is een bijna duizelingwekkende woekering van kleurverschillen. je bent nooit uitgekeken ! het gevolg is ook, dat ik mij die werkjes bijna niet kan herinneren. de kleuren blijven verschillen, en het houdt niet op, je kunt niets vasthouden. je kunt de werkjes dan ook lezen als een ode aan het onheuglijke verschil van de "stuff", de kleur in de materie waaruit alle herkenbare dingen zijn opgebouwd.  Ik schilder graag in de nacht ,de nacht is voor mij een wereld op zichzelf met alles in zichzelf. . Heeft de nacht hetzelfde Zijn als de dag?

Dat sommigen de schilderkunst - de  passie voor kleuren, het penseel, en de pen- zomaar duidt als een symptoom van een verkreukelde en beschadigde genese... dat is niet netjes ! om te beginnen kun je zoiets alleen zeggen, wanneer je van een soort voorafgaande onschuld of gaafheid uitgaat -en dat betwijfel ik. het is aanmatigend, om mijn verhouding -mijn gepassioneerde verhouding tot het schilderen en schrijven te duiden als een soort therapeutisch middel dat ik mezelf gezocht zou hebben, om de wonde van de scheiding en van de vervreemding, te helen. natuurlijk probeer ik voor mezelf het schilderen een plaats te geven in de autobi! ografie waaraan ik onophoudelijk schrijf. maar om daaruit af te leiden, dat mijn schilderen een soort van oorlogsvoering zou zijn tegen het geweld van ouderlijke omgeving... en ook al heeft het schilderen en schrijven een plaats in mijn leven, laat ik zeggen : existentieel, dan nog kan het schrijven en schilderen daartoe niet gereduceerd worden. inde lectuur van mijn \";kwetsbare\"; autobiografische notities, lees je dan elk element in het perspectief van een soort psycho-biografie, waarvan de premissen minstens controversieel zijn : terwijl ikzelf een complexer mensbeeld hanteer dan degene, die niet wordt gedragen door een \";clear-cut\"; tegenstelling tussen natuurlijkheid en contaminatie, liefde en geweld, oorspronkelijke gaafheid en externe bezoedeling en spoeling... In mijn psychologie is de kreuk veeleer oorspronkelijk !

Omdat het omwille van mijzelf is voortgebracht en niet als middel tot een doel.  Mijn leven komt samen in mijn naam ... Ik ben mijn eigen anker, zonder goed te weten wat ik daarmee bedoel.  Mijn eigen anker, en zelfs mijn eigen afgrond. Ik toets me, niet in de zin waarop ik voor een toets moet zitten, waarvoor ik kan slagen of falen, maar in de zin dat ik het ben die alles ECHT moet maken, die alles waar moet maken in mijn leven.  Kunst spreekt je aan op het diepste en echtste en innigste in jezelf; ik geef de Kunst en het schrijven wat ze mij geven. Zuiverheid en eerlijkheid, het nieuwe begin, de plicht en kans van het nieuwe begin.  Nietzsche vergeleek het werk van de kunstenaar met het spel van een kind. In beide leeft de onschuld.-  Dostojevski noemde deze speelse onschuld "het heilige in de mens".

 Daarom kan de Kunst al die ONTKENNERS ook niet echt aanspreken, omdat ze door de ontkenning niet dicht bij hun diepste kern kunnen komen, maar juist op de grootste afstand van zichzelf leven.  Nietzsche vroeg zich af : Wat betekent de kunst voor sommige mensen? Zij moeten voor een uurtje of wat het onbehagen, de verveling, het halfslechte geweten, de intense leegte verdrijven, en zo mogelijk de steekfouten in hun leven en hun karakter in een ander, groots daglicht stellen, door ze als spelingen van het lot van de wereld, als fatum en fataliteit te herinterpreteren.   Kunst draagt zodoende bij tot de verfraaiing van de waarheden waarmee niet te leven valt, en die ons van ons voetstuk dreigen te brengen. Niet het geestelijk welzijn, maar de ervaring van een schuldig gemis drijft deze mensen naar de kunst.  Zulke kunstliefhebbers zijn lui die niet met zichzelf in het reine zijn, en als het ware gekluisterd zijn aan de onophoudelijke vervalsing waarom hun leven vraagt.  Niet het zelfbehagen, maar het zelfmishagen verlangt bij deze mensen naar kunst.  Hun liefde voor de kunst wordt gedragen door een soort van rancune.

Zoals Hitler de Barbaar ook mooie lieflijke bloemen etc., kon schilderen.  In de kunst kon hij zijn slechte geweten verdrijven; hij kon het masker opzetten van de culturele verheffing.  Achter zijn schone bloemen was hij als barbaar, als lelijkerd, als onmens onzichtbaar geworden. Kortom, schilderkunst kan ook een onbeholpen manier zijn om de hel, die mensen voor zichzelf gemaakt hebben, toch een beetje op te fleuren. Alsof de schilder aan de barbaar een ruiker bloemen kon aanreiken, bij wijze van schadeloosstelling, verschoning, vergoelijking, of schaamlap...