Home
 

Ik ben een zonderkind


Ik verzonder elke tel van mijn leven ! Ik heb veel speeltalent !, maar au fond ben ik een onfatsoenlijke meid,bewust onaangepast. ik zou een heel portret van mijzelf kunnen maken, rond mijn onfatsoenlijkheid ! in alle opzichten, lichaam en art en pen en tong ! En ja, Ik mag graag afdalen in die zones waarin woorden wild copuleren en monsterlijk worden, deviant, strange, zoals ik de kleuren (in mijn veelkleurige schilderen) schaamteloos combineer, zodat het extreem van de kleur zichtbaar wordt. Ik kan heel lief zijn but iam an animal too .en tussenin zo pijnlijk gevoelig en rouwig om de heel kleine dingen (zoals het lege doosje waarin ik kusjes had geblazen voor die ouwe -een soort herinnering dat een flink aantal mensen te moeilijk om te koesteren vindt, maar ik koester het, en ik voel hoe ik tegelijk bloedt uit die psychische wond die ik ook ben, en waarvoor ik geen pleister zoek, maar wel : zonder woorden in een zonderverhaal...
En Ik hou ook van mijn leed ,en mijn eigen gegrom als ik in bed lig -of wanneer ik op de plee zit en mij de zaligheid in schijt : dan ook, hou ik van mijzelf; of als ik licht slurp aan warme koffie, of mijn slaap uit mijn ogen wrijf; of...of....

De vrijheid die wordt gewonnen aan het Niets, wijs ik af. In een scherp ''prozastuk'' over de vrouwendag hekel ik de vrouwen die zich spiegelen aan het activisme van mannen : ze laten zich begoochelen door het viriele Niets dat de mens (m/v) zou uitdagen het heft in handen te nemen, om van zijn leven iets te maken en de wereld in te richten. Het Niets -is eigenlijk voor broekventen, en voor vrouwen die de broek willen dragen -en zich zo verliezen in een valse heroiek. Het NIKS waarover ik schrijf is geen bron : het NIKS wordt gewonnen aan mijn schilderen, aan het doek en aan de verf, aan de woorden en aan het papier, aan het schrijven. Het NIKS wordt door het doek en de verf, door het papier en de woorden als het ware door mij afgescheiden : het is het resultaat of de uitkomst van een geritualiseerde bezigheid waarin ik het masker afleg van de persoon die ik zou zijn -die ik verondersteld wordt te zijn.

Het is die bezigheid die het mij vergunt "niet iets te zijn of te worden", maar NIKS te worden. Ik ben niet iets, niet iemand. "Iets zijn" of "iemand worden" zegt mij niets. Het NIKS waaraan ik ben "verslaafd" is minder dan een identiteit : het is een rest, die in de bezigheid van mijn schrijven en schilderen wordt vrijgegeven : een rest-ik, "ikke". Het is het punt waar mijn immense verdriet -mijn immens verdrietige en intens vrolijke rouw- begint. Dit "ikke" is geen gegeven, maar iets dat wordt vrijgegeven in mijn schrijven en schilderen : als het lukt, wat nooit gegagarandeerd is. Het "ikke" is geen "ik". Je zou kunnen zeggen dat het "ikke" van mij een "ikke" is "zonder papieren".

Het "ik" is een algemene categorie, waarmee verwezen wordt naar het bestaan "in de 1ste persoon" : een bestaan dat geheel wettig is, dat door de Wet is gedekt en gevorderd. Het "ik" is -zoals Althusser vermoedde- echter ook een begoocheling : het is een ideologisch product, en heel de oefening van mij is erop gericht om "mij" uit die burgerlijke waanzin een weg te schilderen en te schrijven, die mij tot minder dan "iets" maakt : een nauwelijks nog memoreerbare rest, van "behaaglijke NIKS-momenten" : een singuliere stroom van intensiteit. A la limite wordt deze stroom niet gedragen door een "ik".

Kijk niet naar wat je ziet, maar zie.Denk niet wat je voelt, maar voel.Luister niet naar wat je hoort, maar hoor .Gertrude Lohman

(Merk op hoe in dit gedicht het persoonlijk voornaamwoord telkens wegvalt : het "je" wordt tot 3x toe weggelaten !) (Dit "tot 3x toe" kan doen denken aan het verraad van Petrus : nog voor de haan kraait, zul je me "tot 3x toe" verraden hebben : Ik pleeg verraad aan het "ik", telkens weer, uit trouw aan de aarde. Het "ik" vormt in zekere zin een masker. Telkens ik "ik" zeg, vervreemd ik in de algemeenheid van de taal. De taal schept afstand tussen mij en mijzelf. In het schrijven is het er mij om te doen, die afstand voelbaar te maken én ongedaan te maken. Vandaar mijn zonderlijke omgang met de woorden. Ik veracht de "normaaltaal" die van elk van ons "normaalmensen" maakt, om onder de "normale identiteit" een stroom van "behaaglijke NIKS-momenten" te ontdekken