Home
 

De dood is medeplichtig aan mijn leven -


De dood onderbreekt het leven. Het onderbreekt het leven finaal. Toch is het elke dag, en elke tel sterven. Het leven is aan de dood. Het leven is een economie van de dood. Ik leef de dood in het leven ? (een onschuldig extremisme, voorbij goed en kwaad, en ja het smaakt ook enigszins naar de dood, Ik ben aartstrouw aan wat smaakt naar stof en as. tot verwondens toe. Ik ben aangestoken door het stoffelijke, en dat brengt mij buiten zinnen, aan ! gene zijde van zin en onzin. Ik suggereer in mijn schrijven/schilderen hoe de dood reeds deel heeft aan mijn leven, en hoe ik dood ben om te kunnen leven, hoe mijn leven reeds bewoond en gevoed wordt door de dood. en hoe de dood dus niet zonder meer het einde van het leven is, maar ook het begin. als ik sterf is het gedaan, ja, maar bij leven ben ik stervend, en leef ik aan de dood. Aan de dood : zoals men zegt, aan de drugs of aan de koffie of aan de wijn. Ik ben aan de dood : ik leef ervan, ik ben erop ingesteld, ik bent op de dood ingesteld, de dood is levensnoodzakelijk etc. Wat het leven leefbaar maakt, is de aanwezigheid en medeplichtigheid van de dood, en stond mijnleven niet op intieme voet met de dood, dan zou ik niet levensvatbaar zijn, dan zou ik doodgeboren zijn . De dood -zo intimeert mijn doodskop schilderij- is dat waaraan het leven leeft.

 Zoals dat doek-in-het-doek zichtbaar is aan het abstracte doek dat aan de oppervlakte ligt, zo is ook mijn dood zichtbaar aan het leven; en zoals het doek-aan-de-oppervlakte gedragen wordt door het doek-in-het-doek, zo wordt mijn leven gedragen door de dood. Mijn ''Kunst'' is een nabootsing van het Niets . Ik ben het NIETS allang voorbij. Ik heb het NIETS immers geruild voor het NIKS. Het NIKS zit vooral in mijn verschilderen dat ik op een bijna \"schizoide\" wijze weet waar te maken, juist door mijn schilderen niet echt zelf te initieren, maar op mij te laten afkomen zoals het komt : nogmaals niet ik beslis te schilderen, het is het schilderen dat mij , plotseling opeist. Mijn kunst -schrijven en schilderen- is verbonden met, of vertrekt vanuit een gevoeligheid die ik kindsheid kan noemen.

Het gaat om een gevoeligheid die ik mij niet kan toeeigenen, die voor mezelf ontoegankelijk blijft, en die op gespannen voet staat met de logica .nogmaals mijn schrijven en schilderen- heeft te maken met wat in mij sterker is dan mij, wat aan mij voorafgaat en wat mij draagt, maar dat voor mezelf een geheim blijft. Mijn kunst heeft te maken met een diepe stilte in mij, die niet tot spreken kan komen en daarom ";kinds"; is : infant-iel, letterlijk : zonder woorden, sprakeloos. Ja,mijn schilderen heeft te maken met een sprakeloosheid in mij die mij veel te spreken en te schilderen geeft, maar die onoverwinnelijk is, of beter : die ik slechts kan respecteren. mijn schilderen heeft te maken met een kreuk die ouder is dan ikzelf, en die nooit glad te strijken valt. Mijn ''kunst'' heeft te maken met een oorspronkelijke plooi.

 Zo je wil, een oorspronkelijke vervreemding.Het is het passiebeginsel in mij. Kunst is verbonden met mijn kind-zijn. Daardoor, ja,alleen daardoor, kan ik nog steeds lachen om mijzelf en om mijn kindsheid die ik nooit te boven ben gekomen die mij nog steeds laat schrijven/schilderen wegdromen .Noem het de dubbelverhouding tot mijn ouders op papier waar de strijd van het afscheid zich steeds herhaald...want als ik terugblik op die kinder-tijd zie ik dat ik me,daarmee van mijn ouders gescheiden heb . . Ik kan zelfs nagaan hoe ik, op papier ,steeds weer een ander vader-poppetje of moeder-poppetje liet aanrukken om mijn echte ouders te kunnen verdringen. In het echt was eigenlijk alles wat met huize onrust te maken had me vreemd tot broers zusters aan toe ,en hun aanwezigheid gaf me een zwaar,somber gevoel. Al jong in mijn dagboek dik onderstreept en rijkelijk voorzien van commentaar.